De tabak van de Semois… een kennismaking
11
mrt
2016
Door RIta Dupont 11 maart 2016 Categorieën Geschiedenis, Mijn Ardennen, Natuur, Ontdekken en bezoeken Geen commentaar
Welvaart en een zekere beroemdheid… dat heeft ze de vallei van de beneden-Semois gebracht. De bodem is er lastig te bewerken en het klimaat niet gemakkelijk. Toch bleek de vallei uiterst geschikt voor de zeer veeleisende tabakskweek. Vandaag de dag zijn er nog maar een handjevol onverzettelijke kwekers over. Maar succes hebben ze nog altijd! Stel jezelf eens voor, bijzonder plantje van de Semois… wie ben je eigenlijk?
Een plant van de nachtschadefamilie
Tabak behoort tot de familie van de nachtschade (Solanaceae) net als bijvoorbeeld de tomaat en de aardappel.
Het is een eenjarige plant met grote bladeren die veel water en warmte nodig heeft om zijn maximale lengte van 3 meter te kunnen bereiken.
De nicotine die in de plant aanwezig is wordt in de wortels geproduceerd en vervolgens naar de bladeren getransporteerd. De tabaksbladeren kunnen in verschillende groeistadia geoogst worden. Dit hangt af van het gebruik: medicinaal of gewoon om te roken…
Een zeer geambieerde « oude dame »
In de 16e eeuw ontdekte men de geneeskrachtige werking van de tabaksplant en werd ze vooral gebruikt voor het verzorgen van huidziektes of hoofdpijn.
Wat volgde wat een ware cultus. Tabak werd het wondermiddel tegen allerlei kwalen zoals buikpijn, constipatie, duizeligheid, tuberculose, epilepsie en zelfs de pest. Wist u dat rokers destijds minder door deze ziekte getroffen werden?
Tegenwoordig wordt tabak nog altijd gebruikt in medicijnen tegen parasitaire infecties en in de homeopathie.
Hoe word je een plant van de Semois?
De meeste tabaksvariëteiten zijn van Amerika afkomstig: de onze komt oorspronkelijk uit Kentucky. Door haar robuustheid heeft ze zich goed bij ons kunnen aanpassen. Over het algemeen wordt de tabak vernoemd naar de streek waar ze groeit.
Niet altijd simpel om in de Semoisvallei te overleven
In het jaar 1684, op 25 april, hing er vastgenageld aan de kerkdeur van Sugny een mandement dat was opgesteld in Bouillon:
« De par Son Altesse Sérénissime Monseigneur le Duc de Bouillon. Son procureur et receveur général étant informé que quelques particuliers du village de Sugny se présumeroeint, par curiosité ou autrement, à faire culture ou planter du tabac, au lieu de semer du grain, au préjudice du droit de terrage dû aux seigneurs, à trouver à propos de défendre, comme par cette il défend à tous et un chacun dudit village, d’en planter ou cultiver sans une permission expresse de Sadite Altesse Sérénissime, à peine d’en être châtiés par toute rigueur de justice, ordonnant que la présente soit publiée et affichée au lieu ordinaire » (letterlijk overgenomen van het uittreksel)
Zonder officiële toestemming mocht er niets geplant worden, anders volgden er strenge straffen!
Van zaadje tot blad
In het vroege voorjaar worden de kleine zwarte zaadjes in de aarde van een serre uitgestrooid. De kleine plantjes die ontstaan worden vervolgens medio mei in de velden verpoot. De plant kan alleen maar groeien als de bloem wordt afgetopt en het “wondje” hiervan met speciale olie wordt ingesmeerd voor de genezing.
Ongeveer drie maanden later kan er geoogst worden. De planten worden vervolgens in een open schuur aan speciale bespijkerde ronde balken opgehangen en gedroogd. Dit is een oude werkwijze maar wordt nog steeds gebruikt: de bladeren worden in stapels op elkaar gelegd en met het laatste blad wordt de hele stapel verpakt zodat de bos kan worden opgehangen om te drogen aan de balk.
De droogtijd is belangrijk voor de conservering, maar pas op: groene tabak is niet goed voor de gezondheid omdat het te veel nicotine bevat.